SV | En gij zult het huis van Achab, uw heer, slaan, opdat Ik het bloed van Mijn knechten, de profeten, en het bloed van alle knechten des HEEREN, wreke van de hand van Izebel. |
WLC | וְהִ֨כִּיתָ֔ה אֶת־בֵּ֥ית אַחְאָ֖ב אֲדֹנֶ֑יךָ וְנִקַּמְתִּ֞י דְּמֵ֣י ׀ עֲבָדַ֣י הַנְּבִיאִ֗ים וּדְמֵ֛י כָּל־עַבְדֵ֥י יְהוָ֖ה מִיַּ֥ד אִיזָֽבֶל׃ |
Trans. | wəhikîṯâ ’eṯ-bêṯ ’aḥə’āḇ ’ăḏōneyḵā wəniqqamətî dəmê ‘ăḇāḏay hannəḇî’îm ûḏəmê kāl-‘aḇəḏê JHWH mîyaḏ ’îzāḇel: |
En gij zult het huis van Achab, uw heer, slaan, opdat Ik het bloed van Mijn knechten, de profeten, en het bloed van alle knechten des HEEREN, wreke van de hand van Izebel.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En gij zult het huis van Achab, uw heer, slaan, opdat Ik het bloed van Mijn knechten, de profeten, en het bloed van alle knechten des HEEREN, wreke van de hand van Izebel.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!